Dit forum liep van 2008-2020, is nu gesloten en te bekijken als archief. Berichten plaats je in het nieuwe droomforum

Perfect onthouden droom.

Eva_D
14 februari 2010

op de een of andere manier was ik helemaal gegrepen door deze droom,
en ik heb hem uitgetypt, wanneer ik het teruglees beleef ik hem nog even helder.
Ik was in een soort trance toen ik hem uittypte; vandaar de lelijke, korte zinnen.
van de naam Sjaara ben ik niet meer zeker; maar in de droom verstond ik hem ook al niet goed.

----------------------------------------------------------------

Ik ben in de Albert Heijn. Ik weet niet waarom. Ik heb een tas vol boodschappen, onderop liggen chips en winegums, los, zonder verpakking. Ik weet niet waarom.

Achter de kassa zit een jonge vrouw. Ze heeft een haarbandje in, of haar blonde haar ingevlochten. In ieder geval is het uit haar gezicht. Na één blik op de tas weet ze hoeveel ik af moet rekenen. Ik vraag of ik mag pinnen. Ze zegt dat dat niet kan, dat ik dan eerst Sjaara moet zoeken.

Ik loop door de winkel, op zoek naar Sjaara. Trefzeker loop ik door de gangpaden, tussen kriskras geplaatste blauwe, hoge schappen.

Ik loop terug naar de kassa. De tas is leeg, op de chips en winegums na. De cassière is weg, maar ik ben boos, onwijs boos. Kwaad zoek ik naar een oplossing.

Ineens sta ik in een grote ruimte, weer blauw, maar soms verdwijnen de muren en sta ik ineens buiten. Ik sta voor de deur, die links in de ruimte is. Rechts van mij strekt hij zich uit. Langs alle vier de muren loopt een lange blauwe balie. Achter de balie zitten heel veel vrouwen, en ik weet dat ik hier moet zijn voor Sjaara, maar in plaats van haar te zoeken stap ik op een vrouw af en begin te klagen over de cassière, die mij niet wilde laten pinnen. “O, ze wilde zeker dat je Anita zocht,” zegt de vrouw. Ik bevestig dat, “wat maakt het uit”, denk ik, “wie ik moest halen”. Ik zie een blonde vrouw zitten waarvan ik vind dat ze topmodel zou kunnen worden. Ze zit recht tegenover me. Ze kijkt me aan en ik weet dat ze denkt wat ik denk. Dan zie ik de cassière zitten, en ik wijs naar haar en begin te schelden. De uitwerking van mijn geschreeuw is anders dan ik verwacht – de cassière wordt meegesleurd.

Ik draai me om. Ineens sta ik buiten, op een soort schuin aflopend dakterras, bedekt met zand. Er liggen naakte vrouwen op de grond, met touwen om hun middel. In één van de vrouwen herken ik het potentiele topmodel, en voor ik het weet trekken ze haar heen en weer door het zand. Een vrouw met donkere krullen in een witte overhemdjurk komt aanlopen met een lans, en ze steekt hem dwars door de buik van de vrouw. Rechts van haar navel. Vreselijk. Ik weet dat dit mijn schuld is, deze moord is mijn schuld, en de cassière die mij liet zoeken naar Sjaara is de volgende die een lans door haar buik zal krijgen. Ik begin te rennen.

De straten waar ik doorheen ren zijn niet lang, ze komen telkens uit op pleinen. Dit dorp, of deze stad, oogt Engels. Rechts zie ik een kerk die ik al eerder in een droom tegenkwam. Ik weet niet of ik word gevolgd, maar ik blijf rennen. Er is iemand bij me. Misschien zijn er wel twee mensen bij me. Dan kom ik bij mijn straat. Alle mensen zoals ik hebben een eigen straat. De mensen waarmee ik ben zeggen dat ik snel door alle uithangborden heen moet vliegen, zodat mijn naam bewaard blijf, en ik niet zonder naam sterf, of als een Erik of een Tina. Ik weet dat ze gelijk hebben.

Ik vlieg door de straat heen, hij is smal, aan beide kanten zijn huizen van ongeveer vier verdiepingen. Ik vlieg door de uithangborden. De meeste borden zijn blauw en net groter dan een pizzadoos. Erop staan dingen als ‘Café Aqua’, ‘Hermafrodiet’, ‘Hermafrodiet Aqua’, en ik weet dat ik een hermafrodiet ben en Aqua heet.

Er zijn geen huizen meer aan de linkerkant van de straat, maar een hoge wal, met er achter een rivier.
De huizen aan de rechterkant stoppen ook, mijn straat verandert in een plein. De wal verdwijnt. Op het plein staat een gigantisch gebouw, met luiken. Ik hoor geschreeuw, en ik weet dat dit de toverschool is, de plek waar ik wil zijn, maar niet mag zijn, omdat ik Vlaams ben, en deze school Hollands is. Iedereen verafschuwt me. De mensen zeggen dat ik door moet vliegen, of ik zeg het zelf, ik weet het niet, maar ik weet dat ik niet terug kan. Er lopen kinderen rond.
Door de luiken van het gebouw gooit men met lasso’s. Wanneer ik doorvlieg zullen ze me vangen. Links, op de rivier, zie ik een open motorboot varen met kinderen er in. Achterin zit een man met een grijs baardje. Ik beslis. Ik neem een duikvlucht naar beneden en grijp me vast achter de boot, en half onder water sleurt de boot me mee onder een brug door.
De mensen hebben door dat ik achter de boot hang, en ze willen van me af. Ik sta er alleen voor. Ik zie voor me weer licht verschijnen, de brug loopt ten einde. Rechts is een wand, en ik zie een klein poortje. Het poortje leidt naar de toverschool. Ik laat los en zweef, zwem, vlieg, ik weet niet hoe, maar ik kom bij het poortje en ik voel hoe ik naar binnen wordt gezogen. Ik zie traptreden en een schim. Ik voel hoe ik naar binnen wordt gezogen.

En ik word wakker, wetend dat Aqua gered is.

28 februari 2010

wow wat een droom heb je gehad. het is wel een heel verhaal. er komt spanning vanaf, misschien dat je m daarom nog zo goed weet ;).