Vrouwen dromen eng
Drie op de vier mensen heeft wel eens last van een nachtmerrie. Zo komen dus vrij vaak voor. Voor een half miljoen mensen in Nederland zijn nachtmerries echt een probleem. Zij hebben zelfs meerdere nachtmerries per week. Vrouwen en kinderen lijken vaker nachtmerries te hebben. Het is niet helemaal duidelijk of het komt doordat vrouwen hun dromen beter onthouden, of dat ze er bijvoorbeeld makkelijker over praten. Gevoelige mensen -types die eerder bang of boos zijn- hebben ook vaker nachtmerries.
Kinderen onder de twaalf jaar hebben over het algemeen vrij veel nachtmerries. Ze dromen over monsters onder hun bed of spoken in de kast. Dit is heel normaal en gaat eigenlijk altijd over als de kinderen ouder worden. Tussen het vijfde en negende jaar hebben kinderen de meeste nachtmerries. Slaapwandelen komt trouwens in deze leeftijdsgroep ook vaker voor.
Soorten nachtmerries
Nachtmerries zijn te verdelen in twee soorten. De meest nare soort zijn degene die zijn ontstaan na een traumatische ervaring (posttraumatische nachtmerries). In deze nachtmerrie wordt de akelige gebeurtenis herhaald (of iets dat er op lijkt), zelfs als de gebeurtenis al jaren geleden heeft plaatsgevonden. Drie op de vier mensen die een traumatische gebeurtenis heeft meegemaakt, heeft last van dit type nachtmerrie.
De tweede soort zijn de 'huis-tuin-en-keuken nachtmerries'. Deze dromen zijn niet gerelateerd aan gebeurtenissen uit het echte leven en gaan meestal over een specifiek thema (zoals vallen, achtervolgd worden, tanden, enz). In deze nachtmerries is het onderwerp vaak hetzelfde, maar de omgeving steeds anders.
Waarom?
Volgens de psycholoog Carl Gustav Jung dienen dromen om met je onbewuste te communiceren. Ze helpen je verlichting te bereiken en beiden oplossingen voor problemen in het echte leven. Nachtmerries kunnen in dat opzicht nuttig zijn. Zwangere vrouwen hebben vaak enge dromen over hun baby en de aanstaande bevalling. Toch is zo'n droom niet slecht; deze vrouwen hebben minder last van depressies na de geboorte. Wanneer je een traumatische gebeurtenis herbeleeft in je droom, zou het kunnen zijn dat deze steeds minder eng wordt. Op die manier verwerk je het trauma in je slaap.
Vaak werkt het echter niet zo. Nachtmerries zijn geen gewone dromen. Posttraumatische nachtmerries rakelen gebeurtenissen en gevoelens weer op. In plaats dat het onbewuste je nuttige boodschappen doorgeeft, zorgen ze ervoor dat je het trauma niet kan verwerken. Gelukkig is er de laatste jaren veel onderzoek gedaan en proberen wetenschappers behandelingen te vinden.
'Imagery rehearsal therapy'
In tegenstelling tot de huis-tuin-en-keuken nachtmerrie, heeft het weinig zin om de dieperliggende betekenis te vinden van de posttraumatische nachtmerrie. De meest effectieve behandeling is wat men 'imagery rehearsal therapy' of 'beheerdersdroom' noemt. Dit kwam voort uit de observatie dat velen die een posttraumatische nachtmerrie hebben gehad, uiteindelijk een 'beheerdersdroom' zouden hebben waarin de gebeurtenis op een positieve manier veranderde. Soms was dit realistisch - ze ontsnapten uit de handen van de aanvaller of iemand bluste het vuur; in andere gevallen veranderde het op fantasievolle, droomachtige manier - het brandende huis of de aanvaller kromp tot een formaat dat ze geen pijn konden doen.
Therapeuten die dit opmerkten, ontdekten dat ze met patiënten over de verschijnselen konden praten. Door het fenomeen te benoemen, leek het vaker te gebeuren. Daarna werd de patiënt specifieker gecoacht: "Hoe zou je willen dat je droom ander zou uitkomen?".
Het interpreteren van dromen, of het 'opnieuw schrijven' van nachtmerries , vinden veel dromers dat ze dit effectief zelf kunnen doen, maar anderen willen misschien een therapeut opzoeken die getraind is om met dromen te werken.
Bronnen
- Jaap Lancee, "Soorten nachtmerries", artikel op nachtmerries.org
- Deirdre Barrett, "Why we have nightmares, and what they mean", artikel in de Independent, geplaatst op 8 september 2015
- "Nooit meer nachtmerries", artikel op gezondheidsnet, geplaatst op 1 januari 2007