Het huis is als een jas om je heen. Het is je lichaam en ziel. De kamers vertegenwoordigen je eigenschappen en vaardigheden. Iedere kamer heeft zijn eigen functie. Een karakter eigenschap, volgens de droom, is dat je sociaal bent en je graag tussen de mensen zit en je hebt een open mind (rastahaar). De fiets houd je in balans. Maar degene die achterop zit lijkt wel relaxed, maar komt zichzelf meerder keren tegen. Misschien is het wel de spiegel van jezelf.
Het warenhuis staat voor materialisme en de nieuwste trends volgen. Je kan wel blut zijn, maar de jongen heeft geen geestelijke armoede. Hij stoeit en speelt en maakt plezier. Je wenst naar de geestelijke rijkdom van de jongen. Maar daar hoor je aan te werken. De religieuze ruimte laat je naar geestelijke voeding verlangen. Paarse gewaden staan in de Katholieke kerk voor de dood. De dood en de wederopstanding. Dus de cyclus van het leven. Wit staat voor reinheid.